Asana woont bij haar oom en tante op het platteland van Ghana. Als alle kinderen uit haar dorp naar school gaan, moet zij thuisblijven om voor haar neefjes en nichtjes te zorgen. De kans is groot dat na de coronapandemie veel meer Ghanese kinderen in een situatie zoals die van Asana zitten. Edukans vreest dat vooral voor arme gezinnen de stap om hun kind weer naar school te sturen groot is. Een paar extra handen kunnen zij thuis vaak goed gebruiken.
“Het is niet eerlijk dat ik het werk van een volwassene moet doen,” vindt Asana. “Ik wil ook naar school. Later wil ik verpleegster worden, maar dat lukt niet als ik de hele dag voor de kinderen moet zorgen.”
Op momenten dat ze even niet zorg voor de kinderen heeft, moet ze hout sprokkelen, water halen of helpen in huis. Tijd om te spelen heeft ze niet.
Haar leeftijdsgenootjes pesten Asana omdat ze niet naar school kan. Soms, als haar neefje in de draagdoek in slaap is gevallen, loopt ze naar school en luistert ze door het open raam mee. “’s Avonds laat probeer ik te lezen en schrijven. Het lukt me niet om de andere kinderen bij te houden, daarom wil ik ook zo graag naar school.”
In Ghana en veel andere landen zijn nog duizenden kinderen als Asana. Kinderen die worden thuisgehouden om te werken en niet naar school gaan. Vooral meisjes zijn vaak de pineut. Doordat ze niet de kans krijgen om zich te ontwikkelen, kunnen ze later geen beter bestaan opbouwen.
Edukans overtuigt ouders om hun kinderen toch naar school te laten gaan. Met onze oudercomités geven we voorlichting over het belang van school, ook voor ouders zelf. Want als hun kinderen straks meer verdienen, kunnen ze ook voor hun ouders zorgen als die te oud zijn om te werken. Bovendien leer je op school hoe je goed voor jezelf zorgt en dat is – merken we nu – van levensbelang. Ondertussen werken we ook aan de kwaliteit van het onderwijs, zodat de kinderen op school daadwerkelijk iets leren.