De juf is stom!

Met de ene leraar kan je kind lezen en schrijven, maar als het de dag van de andere juf is, moet je hemel en aarde bewegen om hem naar school te krijgen. Wat doe je daaraan?

Dat je kind een voorkeur heeft voor de ene juf of meester, is heel gewoon. Pas als je hem met pijn in je hart achterlaat omdat je kleuter écht niet klikt met een leraar, is het tijd voor actie. Hoe? “Door het gesprek met de betreffende leerkracht aan te gaan”, zegt kleuterjuf Chantal Althof. “Elke leraar heeft zijn eigen manier van lesgeven, van kinderen benaderen, van communiceren en van opvoeden. Het is logisch dat je kind met de ene een betere band heeft dan met de andere, gewoon omdat diens stijl meer bij je kind past. Maar als jouw zoon of dochter zich écht niet fijn voelt bij een leerkracht en het een strijd is om hem of haar naar school te krijgen, kun je dat het beste gewoon aangeven. Anders blijft het probleem bestaan.”

Tijdsverspilling

Je kan er natuurlijk van uitgaan dat alle juffen en meesters het beste voor hebben met ieder kind in de klas. “Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar iemand is die in het onderwijs werkt en denkt: met jou kan ik het niet vinden, dus je zoekt het maar uit. Je fijn voelen in de klas is een van de belangrijkste basisvoorwaarden om je te kunnen ontwikkelen, dus als dat bij een kind niet het geval is, ben je als juf ook je tijd aan het verspillen. Maar je hebt als leerkracht niet altijd door dat er echt iets aan de hand is, zeker niet als de klassen groot zijn en een kind zich een beetje terugtrekt.” Zelf aan de bel trekken dus. Chantal: “Ik heb ook weleens een kind in de klas gehad met wie het in eerste instantie niet zo liep. Ik ga in zo’n geval juist een stapje harder lopen voor dat kind: ik praat met hem, vraag waarom hij het niet gezellig vindt op school, hoe we ervoor kunnen zorgen dat hij het wel fijn gaat vinden. Vaak zie je dat de kinderen waar het aanvankelijk lastiger mee liep aan het eind van het schooljaar juist de pareltjes zijn met wie je een sterke band hebt opgebouwd.”

Klaar voor het ‘echte’ leven

Je voorbereiden op ‘het grote mensenleven’ begint al op de basisschool, de klas is een soort mini-maatschappij. En net als in de grote boze buitenwereld kom je daar óók mensen tegen waar je minder mee hebt (of die je ronduit stom vindt). Als dat dan net de juf is, is dat jammer, maar het kan ook een wijze les zijn, zegt Chantal. “De rest van hun leven zullen kinderen mensen tegenkomen die ze niet liggen, maar waar ze toch mee om moeten leren gaan. Door hier met je kind over te praten en samen na te denken over hoe hij het tóch leuk kan maken, leert hij heel jong al heel veel.”

Tip van een ouder

Loes (31), moeder van Lynn (6): “Vorig jaar had Lynn twee fantastische juffen, maar dit jaar zit ze in de groep van een meester met wie het in eerste instantie niet zo klikte. Meerdere malen begon ze op zondag al over buikpijn en zei ze dat ze niet naar school wilde. Ze vertelde thuis ook veel minder over school dan voorheen. Tijdens een tienminutengesprek heb ik dat met de meester besproken en die beloofde wat meer te investeren in een goede band. In de weken erna werd Lynn weer steeds spraakzamer over school en vertelde ze me dat ze elke ochtend tijdens speeltijd de meester mocht helpen met dingen klaarzetten. Zo leerden meester en Lynn elkaar wat beter kennen en uiteindelijk was ze op deze leraar net zo dol als op de vorige.”